Sint Maarten, de traditie en carnaval in de loop der jaren

Na enkele huishoudelijke mededelingen was er een vooraankondiging van de Manifestatie 650 jaar Stichtse Landbrief, 14 oktober 2025 in de Cunerakerk (gratis toegang). Ook werden de aanwezigen op de sociëteit uitgenodigd voor een gezamenlijk bezoek aan het Stadsmuseum. Wordt nog gepland op een dinsdagmorgen in het nieuwe jaar.

Aansluitend werd onze jarige van vandaag, Evert van Hees, toegezongen. Evert is al weer 86 jaar.

Daarna werden wij door Bartho Kobus getrakteerd op nostalgische beelden van de viering van Sint Maarten, vooral in de stad Utrecht een zeer bekende traditie. Sint Maarten, beschermheilige van de armen werd vooral bekend toen hij een deel van zijn mantel bij de poort van de stad schonk aan een arme zwerver, die hij daar kleumend aantrof. Voor Utrecht vooral een feest van samenzijn en gezelligheid, met lampionoptochten van kinderen, die huis aan huis snoep weten te bemachtigen, onder het gezang van Sint Maarten, de koeien hebben staarten.

Aansluitend kregen we beelden te zien van de viering van carnaval in Brabant en Limburg, een feest dat wordt gevierd voorafgaand aan de vastenperiode, in het kader van het motto “Vier het Leven”. Kleine verschillen tussen de viering in Limburg..  Brabant en Limburg werden aangestipt. In Brabant vormt vooral de Sint Jans kerk Oeteldonk het stralende middelpunt, waar bij de opening van de Carnaval een feest-mis wordt gevierd in de huiskleuren rood en geel. In Limburg zien we een afgeleide van het Keulse carnaval, dat ter plekke de bakermat vormt voor alle verschillende verschijningsvormen in de regio. Naast de van oorsprong religieuze aanleiding van het carnaval, is het vooral in beide provincies een feest van verbroedering.  Feesten kan niet zonder de voorbereidingen van de diverse prinsen carnaval, die ieder jaar weer voor een zware maar eervolle taak staan om er een succes van te maken. De oudste beelden die passeerden waren zo’n 100 jaar. Veel overeenstemming met de huidige tijd was te zien, maar ook veranderingen van het tijdbeeld, zoals de introductie van een eerste vrouwelijke prins en een prins hier geboren met voorouders uit Marokko. Dat alles, inclusief de versierde optochten, werd ondersteund met welbekende carnavalskrakers uit de regio zelf, maar ook met landelijk bekende liederen. om maar enkele te noemen: Vogeltje wat zing je vroeg, Mien waar in mijn feestneus en Bloemetjegordijn. Vooral dat laatste leverde onder de leden van de sociëteit de nodige herkenning op. Er werd zelfs af en toe ook nog meegezongen met de gepresenteerde liederen.