| Beschrijving | De spoorbrug over de Rijn omstreeks 1920. Hoewel het plan voor een trein- verbinding naar Duitsland oorspronkelijk voorzag in het traject via Arnhem en Nijmegen, werd de eis van het Ministerie van Oorlog - die het traject westelijk van de Grebbelinie wilde hebben – ingewilligd en werd in 1879 aangevangen met de bouw. De onderbouw van de pilaren werd uitgevoerd door een aannemer uit Rossum. De brughuizen met borstweringen werden vervaardigd door Franse steenhouwers. De ijzeren bovenbouw werd gegund aan een Duits bedrijf uit Oberhausen, Güte Hoffnungshütte A.V., dat zo’n 60 gespecialiseerde bruggenbouwers hier liet werken. Café Hoffnung van H.P. van Noort in de Torenstraat, dat in de meidagen van ’40 werd verwoest, zou populair zijn geweest bij de Duitsers. In 1883 was de brug zover gereed, dat er treinen konden gaan rijden om onder meer zand te vervoeren naar de zuidelijke afrit van de brug en voor de aanleg van het station Kesteren. Vele honderden arbeiders waren er werkzaam. Uiteindelijk vond op 17 februari 1886 de feestelijke openingsrit plaats. In de aanloop van de meidagen ’40 is de brug vanuit de Betuwe door artillerie-troepen van het Nederlandse leger onbruikbaar gemaakt door het wegschieten van de middelste boog, maar in 1944 - de brug was inmiddels hersteld en in weer gebruik genomen - kwam deze voorgoed aan zijn einde door bommen van de geallieerden. (G.A. Russer, OudRhenen 1986/4) |
