Met muis en toetsenbord:
- Met de pijlen op het toetsenbord: voorwaarts of achterwaarts
- Muis: links of rechts bewegen en de toetsenbordpijlen tegelijk voor- of achterwaarts indrukken
- Spacebalk: springen
- F toets: vliegen
- Met muiswiel: versnellen of langzamer maken
W = Voorwaarts
A = Links
D = Rechts
S = Achterwaarts
Deze toetsen hebben dezelfde functie als de toetsen met de pijlen.