Instructie virtuele wandeling

Met muis en toetsenbord:

  1. Met de pijlen op het toetsenbord: voorwaarts of achterwaarts
  2. Muis: links of rechts bewegen en de toetsenbordpijlen tegelijk voor- of achterwaarts indrukken
  3. Spacebalk: springen
  4. F toets: vliegen
  5. Met muiswiel: versnellen of langzamer maken

W = Voorwaarts
A = Links
D = Rechts
S = Achterwaarts

Deze toetsen hebben dezelfde functie als de toetsen met de pijlen.